De klad kwam in het collectief…

Ronald van Noorden Avatar
maar Cum Suis was geboren.

De uitgever in spe liep rond met het idee om van cumsuis.org een platform te maken voor gezamenlijke schrijfprojecten. Vandaar de naam. Cum Suis betekende immers: met de zijnen, of, beter nog: met lotgenoten. Ook de keuze voor org op het eind hield daarmee verband. Liever dan commercieel te zijn, moest zijn site zich presenteren als een podium voor collectieve belangen en bezigheden.

Het kasboek kraakt (It all adds up to zero)

Je start een eenmanszaak. Je doet als schrijver wat je kan. De rol van uitgever bevalt je. Je koestert de inwendige designer. De geboren ambtenaar haalt koffie. En dan? Wat als het kunstwerk klaar is? Ga je ’t dan verkopen? Ben je ook zo’n goede zakenman?
Helaas. Budgetneutraal was het streven, maar je stuurt je bundels naar redacties, juryleden, recensenten. Een hap in de begroting. Dit wordt een dure grap.
Wat maakt het uit? Je hoeft niet van je pen te leven. Wil je dát? Zeg deze woordwinkel vaarwel! Word klantgericht! Schrijf Web Content, of hoe die drijfjacht ook mag heten. Wat je ook doet, de wereld zal je snel vergeten.

Hij kende de Latijnse aanduiding (uitspraak: koem soewis) van boeken uit de Gouden Eeuw. Cum Suis werd als afkorting gebruikt in wetenschappelijke publicaties (Professor Boerhaave c.s.). Dan ging het om projecten door academici van verschillende disciplines. Hun afzonderlijke bemoeienissen hadden lijvig werk tot gevolg waarin men zichzelf presenteerde op grond van eigen specialisaties.

Een dergelijke toepassing liet hij graag aan de geleerden over. Maar het gezamenlijke van die aanpak sprak hem aan. Later begreep hij dat het voorvoegsel in het Engels verwarring opriep. Een Amerikaanse vriendin schreef: ‘By Cum Suis they will think of Cum Sauce, i.e. a pornsite’. Toen was het logo echter al ontworpen en de domeinnaam geclaimd. ‘That which we call a rose, by any other name would smell as sweet’ citeerde hij Shakespeare.

Het ging om de inhoud. De werken van Cum Suis zouden het beste bijeenbrengen uit verschillende bronnen. Een bundeling van krachten door creatieve breinen: schrijvers, designers, boekbinders… Met aan het hoofd één uitgever die je gerust een homo universalis kon noemen (hij grossierde in Latijnse termen). Pronken deed hij al, maar wat mocht men precies van deze beginnende boekenman verwachten?

Hij bleek vooral een plannenmaker. Hoe vaak ontstond er geen idee voor iets nieuws? Hij liep rond met een vraag, een onderwerp, een thema en opeens had hij een titel. Er begon zich een beeld te vormen voor een cover. Het lukte hem om lijnen uit te zetten van wat hij wilde schrijven. Een inleiding maakte zijn bedoeling duidelijk. Hoofdstuk één leek veelbelovend. Er dreigde iets moois te ontstaan totdat…

Het zou hem nou nooit eens niet overvallen: die beroemde conditie waarin de schrijver onmachtig bleek tot schrijven. Het was een oud en veel voorkomend probleem. Hij ontwikkelde zijn eigen strategie om er van af te komen. Hij werd vooral goed in het ontwerpen van facades. Ondertussen realiseerde hij zich dat hij niet de enige kon zijn die zijn authenticiteit wilde bewijzen zonder meteen de woorden paraat te hebben.

Er stond hem een logische oplossing voor ogen: krachtenbundeling! De eeuwige wolkenjager moest een cloudwerker worden.